
Jurisprudentie
BG6990
Datum uitspraak2008-11-28
Datum gepubliceerd2008-12-15
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers412785 / KG ZA 08-2167 AB/MB
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-15
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers412785 / KG ZA 08-2167 AB/MB
Statusgepubliceerd
Indicatie
De voorzieningenrechter heeft de vordering van een bekende Hotelketen tegen de KRO om een uitzending van Reporter te verbieden, afgewezen. De uitzending betrof het aan de kaak stellen van vastgoedfraude, met name met gelden van het Philips pensioenfonds. Het hotel, dat diende als ontmoetingsplaats voor enkele van betrokkenheid bij deze fraude verdachte zakenlieden, wilde niet met naam en logo in beeld worden gebracht, omdat de KRO zonder toestemming en onder valse voorwendselen op het parkeerterrein van het hotel zou hebben gefilmd en de beelden imagoschade voor het hotel teweeg zouden kunnen brengen. De voorzieningenrechter achtte uitzending niet onrechtmatig, zodat voor een beperking van de vrijheid van meningsuiting/informatievoorziening geen grond bestaat. De opname betrof slechts 25 seconden in een 35 minuten durend programma, het vermelden van de naam van het hotel was illustratief bij de beelden en is bovendien op een neutrale en onnadrukkelijke manier gebeurd.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 412785 / KG ZA 08-2167 AB/MB
Vonnis in kort geding van 28 november 2008
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOTEL PARK MEERENDONK B.V.,
handelend onder de naam MÖVENPICK HOTEL ’S-HERTOGENBOSCH
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
eisers bij dagvaarding van 20 november 2008
advocaat mr. C.G.M. Oosterwijk te Amsterdam,
tegen
de vereniging
KATHOLIEKE RADIO OMROEP,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. J.P. van den Brink te Amsterdam.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 28 november 2008 hebben eisers, verder gezamenlijk ook Mövenpick en afzonderlijk Mövenpick Hotel en [eiser 2], gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, verder de KRO, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht.
Ter zitting waren, voor zover hier van belang, aanwezig:
Aan de zijde van Mövenpick:
[eiser 2], mr. Oosterwijk, [persoon 1], [functie] van het Mövenpick Hotel en [persoon 2], [functie].
Aan de zijde van de KRO:
[persoon 3], [persoon 4] en mr. Van den Brink.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 28 november 2008 mondeling de beslissing gegeven en is ter zitting meegedeeld dat de uitwerking daarvan op 11 december 2008 zal volgen. Het onderstaande bevat die uitwerking.
2. De feiten
2.1. Op vrijdag 7 november 2008 hebben medewerkers van de KRO ten behoeve van het programma ‘Reporter’ opnames gemaakt op de parkeerplaats van het Mövenpick Hotel te ’s-Hertogenbosch. De aflevering van Reporter waarvoor deze opnames bestemd zijn staat gepland voor 30 november 2008 en heeft als onderwerp vastgoedfraude met gelden van het Philips pensioenfonds.
2.2. In het Mövenpick hotel hebben besprekingen plaatsgevonden, onder andere in mei 2008, tussen personen die verdacht worden van betrokkenheid bij deze vastgoedfraude. Deze gesprekken zijn afgeluisterd door opsporingsambtenaren van de FIOD (Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst). Op de parkeerplaats van het hotel zijn (dure) horloges uitgewisseld. Op 7 november 2008 zijn deze gebeurtenissen ten behoeve van het programma ‘Reporter’ door acteurs nagespeeld en (ter plaatse op de parkeerplaats) gefilmd.
2.3. Bij brief van 10 november 2008 heeft (de raadsman van) Mövenpick de KRO verzocht om de verspreiding van beelden waarin de naam en/of het beeld van het Mövenpick hotel worden gebruikt te voorkomen, aangezien daarvoor geen toestemming is verleend en Mövenpick door de openbaarmaking ervan imagoschade zou lijden.
2.4. Bij brief van 14 november 2008 heeft de KRO aan (de raadsman van) Mövenpick meegedeeld niet aan het onder 2.3 vermelde verzoek te zullen voldoen.
2.5. Op 26 november 2008 hebben [persoon 1] en [persoon 2] schriftelijk verklaard dat [persoon 1] [persoon 4] op 7 november 2008 wel toestemming heeft gegeven om te filmen op de parkeerplaats en daarbij het logo van het hotel in beeld te brengen, maar dat [persoon 4] niet had verteld dat het ging om een uitzending over vastgoedfraude en ook niet dat hij een ontmoeting tussen twee verdachte zakenlieden wilde ensceneren en filmen.
3. Het geschil
3.1. Mövenpick vordert thans dat het de KRO, op straffe van dwangsommen en met veroordeling van de KRO in de proceskosten, wordt verboden om de beelden die haar filmploeg op 7 november 2008 heeft gemaakt van het Mövenpick hotel te ’s-Hertogenbosch uit te zenden of openbaar te maken, dan wel dat het de KRO wordt verboden om het programma Reporter dan wel ieder ander programma, of gedeelte daarvan dat over het Mövenpick hotel te ’s-Hertogenbosch gaat, uit te zenden of openbaar te maken.
3.2. Mövenpick heeft, ter toelichting op haar vordering, samengevat, het volgende gesteld. De KRO heeft onder valse voorwendselen opnames gemaakt op de parkeerplaats van het hotel. Als duidelijk was gezegd dat het om een uitzending ging met als onderwerp vastgoedfraude, was nooit toestemming verleend om te filmen. Bovendien had de KRO moeten begrijpen dat alleen de General Manager ([eiser 2]) en niemand anders over het al dan niet toestaan van dergelijke opnames kan beslissen. Het Mövenpick wenst niet geassocieerd te worden met een onderwerp over criminele activiteiten. Dat is schadelijk voor de eer en goede naam van het hotel. Het in beeld brengen van de naam van het hotel is niet noodzakelijk voor de uitzending, te minder nu het gaat om een ‘mise en scene’ met acteurs. Een beroep op de vrijheid van meningsuiting kan dan ook niet slagen.
3.3. De KRO heeft tegen de vordering verweer gevoerd, zich daarbij beroepend op de vrijheid van meningsuiting/informatievoorziening. Verder heeft de KRO onder meer aangevoerd dat wel degelijk toestemming was verleend voor het maken van de opnamen, waarbij de KRO duidelijk zou hebben gezegd om welk onderwerp het ging. De termen ‘vastgoedfraude’ en ‘verdachte zakenlieden’ zijn daarbij expliciet vermeld, aldus de KRO.
4. De beoordeling
4.1. Het gevraagde verbod houdt een beperking in van de vrijheid van meningsuiting, in dit geval de vrije nieuwsgaring. Een dergelijke beperking is alleen gerechtvaardigd als deze bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving.
4.2. Een beperking bij de wet voorzien is aan de orde als de uitzending onrechtmatig zou zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de beoordeling of daarvan sprake is, zijn alle omstandigheden van het geval van belang.
4.3. Ter zitting waren geen beelden van de voorgenomen uitzending beschikbaar. Op basis van de toelichting van de KRO kan echter van het volgende worden uitgegaan.
- het gaat om een uitzending van 35 minuten met als onderwerp vastgoedfraude.
- in de uitzending zit één nagespeelde scène van 25 seconden die zich afspeelt op de parkeerplaats van het Mövenpick hotel te ’s-Hertogenbosch. Die scène is van dichtbij gefilmd, met uitzondering van één shot van de buitenkant van het hotel met daarop de naam Mövenpick.
- het Mövenpick hotel komt verder in de uitzending niet voor.
4.4. De KRO heeft uiteraard het recht om vastgoedfraude aan de kaak te stellen. Vast staat dat de contacten tussen de personen die van betrokkenheid bij de fraude worden verdacht, onder meer hebben plaatsgevonden in het hotel en op de parkeerplaats. De scène op de parkeerplaats is dan ook illustratief bij het onderwerp van de uitzending. Onder deze omstandigheden staat het de KRO vrij om ook de naam van het hotel in beeld te brengen, zeker als dat op een neutrale en onnadrukkelijke manier gebeurt. Voorshands kan niet worden aangenomen dat de KRO hiermee onrechtmatig handelt jegens Mövenpick.
4.5. Mövenpick heeft veel werk gemaakt van het ontbreken van toestemming voor het maken van de opnamen op de parkeerplaats. Wat [persoon 4] in dit kader precies heeft gevraagd kan in dit kort geding niet worden vastgesteld. Wellicht heeft men elkaar zelfs niet goed begrepen. Als [persoon 4] Mövenpick bewust onvolledig zou hebben ingelicht, zou dat onzorgvuldig zijn. Dat betekent echter niet dat het uitzenden van de 25 seconden opnamen op de parkeerplaats en het shot van het hotel – dat ook vanaf de openbare weg had kunnen worden genomen – onrechtmatig is.
4.6. Nu op grond van het voorgaande moet worden geoordeeld dat van enig onrechtmatig handelen door de KRO jegens Mövenpick geen sprake is, luidt de conclusie dat de gevraagde voorzieningen moeten worden geweigerd. De overige weren behoeven geen bespreking.
4.7. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Mövenpick worden veroordeeld in de proceskosten.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. Weigert de gevraagde voorzieningen.
5.2. Veroordeelt Mövenpick in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van de KRO begroot op:
– € 254,- aan vastrecht en
– € 816,- aan salaris advocaat.
5.3. Verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2008.?